Vrouwenpraat
NB Ook dit verhaal heb ik al eerder geschreven, maar kan ik nu pas toevoegen.
In Female Ward was ik de afgelopen vijf weken dagelijks te vinden. Meestal startte en eindigde ik er mijn dag in het ziekenhuis. Op maandag, woensdag en vrijdag deden dokter Marangwanda en ik onze doktersronde. Een voor een zagen we alle patienten, stelden diagnoses, maakten behandelplannen en wijzigden die weer als dat nodig was. We hebben daar in Female Ward veel mooie, maar ook moeilijke momenten meegemaakt. Iemand, die je in je hart misschien al had opgegeven, weer op zien knappen: dat is een mooi moment! Iemand, die met een ander beleid misschien zou overleven, zien overlijden: dat is een moeilijk moment. Zo deelden we vreugde en verdriet, daar in Female Ward. En wat er ook gebeurde de ene dag of bij die ene patient, het veranderde niets aan de manier waarop we de volgende dag of bij de volgende patient te werk gingen: met passie, inzet en een biddend hart, voor de gezondheid van 'onze vrouwen'. Graag neem ik jullie mee langs een paar bedden.
Net iets na achten kwam ik aan in Female Ward. Meestal was ik er iets eerder dan dokter Marangwanda, maar deze ochtend was hij er al. Ik vond hem bij een van de laatste bedden, een ongebruikelijke plek voor het begin van onze ronde. De reden werd me snel duidelijk: deze 34-jarige, vier maanden zwangere vrouw was in shock! Snel plaatsten we twee infusen, gaven zuurstof en keken de patient van top tot teen na. Ze bleek de avond tevoren al opgenomen te zijn met een onmeetbare bloeddruk. Helaas, helaas vond de verpleegkundige dat geen reden om de dokter te informeren. Dokter Marangwanda vond haar vanochtend zo in bed, omdat hij toevallig langsliep. Voor hetzelfde geld waren we bij bed 1 begonnen met onze ronde! Al snel werd duidelijk dat onze patiente er slecht aan toe was: ze was bleek en klam, de pols konden we niet meer voelen en de bloeddruk bleef onmeetbaar. Ik gaf een van de verpleegkundigen de opdracht om uit de verloskamer de saturatiemeter te halen. Ondertussen luisterden we naar het hart. Het bleef angstvallig stil. Dokter Marangwanda keek me aan en zei: 'Ik ga hartmassage starten.' Eerst aarzelend, toen doelbewust begon hij met reanimeren. Ik nam het van hem over. De verpleegkundige kwam met de saturatiemeter: het bloed was nog maar voor 36% met zuurstof verzadigd (normaalwaarde zo'n 95-99%). De hartslag leek prima, maar toen ik even stopte met reanimeren, zodat dokter Marangwanda het kon overnemen, werd de lijn op het kleine beeldscherm gevaarlijk vlak. Na een kwartier reanimeren zijn we gestopt en stelden we officieel de dood vast van deze jonge, zwangere vrouw. Oh, waren we de avond tevoren maar gebeld! Dan hadden we haar vocht en bloed kunnen geven en had ze het waarschijnlijk overleefd. Nu leden we een dubbel verlies...
We stonden voor een moeilijke keuze bij bed 2. De vrouw was al voor de derde keer zwanger, maar was nog altijd zonder kind. De zwangerschappen moesten steeds voortijdig worden afgebroken in verband met ernstige zwangerschapshypertensie (hoge bloeddruk in de zwangerschap). Ook deze zwangerschap werd ze erdoor gekweld. Ze was bijna 23 weken zwanger. Met bonkende hoofdpijn en duizeligheid was ze opgenomen. Dat zijn tekenen van zwangerschapsvergiftiging. Keuzes bij zwangeren zijn altijd moeilijk: je hebt met twee 'partijen' te maken: de moeder en het kind. Het liefst red je ze allebei, maar als dat niet mogelijk is, gaat de moeder altijd voor. Het risico op een hersenbloeding of eclamptisch insult (epilepsie in de zwangerschap) was bij deze patient zo groot, dat we ervoor kozen de zwangerschap te termineren. Uiteraard wilde deze vrouw dat niet, ze wilde immers zo graag een kind! Maar toen ze twee dagen later, zonder kind maar ook zonder hoofdpijn, het ziekenhuis verliet, zei ze: 'Dankuwel dokter, ik voel me nu zo veel beter!' En het gevaar was geweken...
Bed 3 werd al enige tijd door het 15-jarige meisje bezet gehouden. Ze had last van een onregelmatige, heftige menstruatie en werd opgenomen met duizeligheid. Haar Hb-gehalte bleek 2.5 te zijn. In Zimbabwaanse vrouwen is de normaalwaarde 12-14. Zonder twijfel had ze bloed nodig, maar geld daarvoor was niet aanwezig. Je moet wat, dus we waren maar gestart met ijzertabletten. Daarbij stijgt het Hb gemiddeld 1 punt per week. Dat gaat natuurlijk veel te langzaam! Van zo'n langdurige bloedarmoede kan iemand hartfalen krijgen. En dat wil je zeker weten voorkomen, vooral in zo'n jong meisje. Gelukkig was het ons met hormoontabletten in ieder geval gelukt de bloeding te stoppen. Voor de zoveelste keer schreef ik in haar dossier: 'heeft bloedtransfusie nodig, wacht op geld'. Enkele dagen later kregen we verlossend bericht: het meisje kreeg twee zakken bloed gedoneerd vanuit het 'Poor People Fund'. Een dag na de bloedtransfusie verliet ze met een Hb van 11, en met anticonceptiepillen om de menstruatie te reguleren, het ziekenhuis.
Ze was nog maar 26 jaar en lag in bed 10. Ze had geen HIV, maar was toch ernstig ziek: hersenvliesontsteking. Onze therapie gaf geen verbetering, maar er was simpelweg niets anders wat we konden doen. Ze was diep in coma en reageerde op geen enkele pijnprikkel. Maandagmorgen was haar bed leeg. De hoop dat ze verhuisd was naar een andere kamer werd door de verpleegkundige teniet gedaan: ze was die zaterdag overleden. Ik zag haar moeder voor me, die elke dag trouw aan de rand van het bed van haar comateuze dochter zat. Wat zal zij een groot verlies lijden!
Het was altijd lachen, gieren, brullen met die gogo van bed 13. Ze lag er al bijna 60 dagen aan huidtractie, omdat ze een gebroken bovenbeen had. Ik hield de controle-rontgenfoto tegen het licht. Er was nog geen spoor van genezing te bekennen. Wat nu? We besloten het tegenovergestelde te proberen. Dus in plaats van trekken aan dat been, gingen we er nu druk op geven. De fysiotherapeut gaf onze 91-jarige dame een gips van heup tot enkel en startte met mobiliseren. Dat ging natuurlijk niet optimaal, maar in ieder geval kon onze gogo weer naar huis. Ik ben benieuwd hoe het over een paar weken met haar zal gaan. Helaas ben ik er dan niet meer om het resultaat te zien.
Bed 17 werd bezet gehouden door een 53-jarige patiente, die we ervan verdachten een darmobstructie te hebben op basis van een darmtumor. Dat betekent: geen orale intake meer. Zoiets als totale parenterale voeding (volledige voeding via het infuus) hebben ze hier niet, maar we hebben in ieder geval vocht via het infuus voorgeschreven. Tijdens onze ronde zagen we een uitgedroogde mevrouw. Aan de infuuspaal hing slechts 1 lege zak vocht van 0.5 liter. De vochtlijst gaf ons het bewijs dat deze mevrouw maar 1 liter vocht per 24 uur had gekregen. In haar conditie is dat fataal! Wat bleek: de familie had geen geld voor nog meer vocht. Dat neemt niet weg dat de verpleegkundigen hier tekort geschoten zijn. In acute situaties is de dokter gemachtigd om 'to pay later' op te schrijven. Als de verpleegkundigen de dokter maar geinformeerd hadden... Dan had ze tenminste haar noodzakelijke vocht gekregen! Diezelfde avond overleed ze. Onnodig, denk ik.
Bed 28 is het bed van een mooi moment. Niemand kon geloven dat de HIV-positieve vrouw, die met tuberculose werd opgenomen, het zou overleven. Maar dat deed ze wel! Ze was ergens achter in de dertig. Bij opname was ze verminderd aanspreekbaar, benauwd en opgezwollen. Er kwam twee liter bloederige urine uit haar blaas en tweemaal tapten we heldergeel vocht uit haar borstholte. Nu zat ze rechtop in bed, kon weer spreken en tolereerde voedsel. Dokter Marangwanda en ik keken elkaar aan: hier waren we dokters voor! Vandaag zouden we haar ontslaan, met tuberculose-medicatie weliswaar. Alle bijwerkingen ten spijt: die medicijnen hadden haar leven gered.
De vrouw in bed 33 lag te reutelen. Ze was de dag ervoor opgenomen met een hersenbloeding. Nog steeds was ze verminderd aanspreekbaar. Omdat ze niet zelfstandig kon eten en drinken, hadden we een maagsonde voorgeschreven. Meestal zeggen de verpleegkundigen op voorhand dat ze willen dat de dokter de sonde plaatst. Hier hadden ze de sonde echter zelf geplaatst. Maar die sonde zat overduidelijk in de verkeerde buis! Niet de maag werd gevoed, maar haar longen kregen al het voedsel te verwerken. Het reutelende geluid was het bewijs. Met een spuit hebben we geprobeerd zoveel mogelijk voedsel weer op te zuigen. Direct zijn we gestart met antibiotica voor een aspiratiepneumonie (een longontsteking door verslikking). Desondanks ontwikkelde ze de dag erop koorts. Toen ik afgelopen maandag nog even langs het ziekenhuis ging om gedag te zeggen, was haar bed leeg. Opnieuw bevestigden de verpleegkundigen waar ik al bang voor was.
In bed 40 lag een vrouw van nog geen 40 jaar met hartfalen. Vrouwen van die leeftijd horen dat nog helemaal niet te hebben! Maar in dit land is het percentage jonge mensen met hartfalen zoveel groter dan in Nederland, onder andere door langer bestaande niet-erkende bloedarmoede of door niet-erkende rheumatische koorts in de jeugd. Deze vrouw lag hevig benauwd in bed, maar na een paar dagen hoge doseringen lasix ('plaspillen') lag ze er een stuk beter bij. We konden haar in goede conditie ontslaan. Toen ik haar twee weken later op de polikliniek zag, was ze een dankbare patient. Ze voelde zich een stuk fitter, ik hoorde geen vocht meer bij haar longen en haar enkels waren slank. Een 'happy patient' en een 'happy doctor'!
Reacties
Reacties
Heftig zeg...en zoveel onnodig lijden en overlijden! Zo triest...vooral die jonge (en zwangere) mensen! Slik...wat hebben wij het dan hier goed!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}